Kleinkunst met een vette groove (Hiphop in Vlaanderen) — De Vlaamse hiphop leeft, maar ondanks een paar successen, blijft het toch vooral een onderstroom. Heb je 9000 sessies van de Gentse producer Mellow P al gehoord? Of Ricca uit Genk met Dit is mijn huis? De Antwerpse crew 2000 Wat dan misschien met hun Koekembak? Toch wel zeker Modderstroom, het tweede album van de Sint-Andries MC’s? Of Modderpiff, de vierde langspeler van de Leuvense Phillibustas? Het is slechts een greep uit de oogst van dit jaar. Hiphop gedijt immers best in de Vlaamse klei, zegt ook Tom ‘Too Tuff’ Vandyck, erelid van de Antwerpse Sint-Andries MC’s. Een paar jaar geleden verkaste hij naar de Verenigde Staten, het moederland van de hiphop, waar hij de actualiteit volgt voor enkele Vlaamse bladen. ‘Toen ik wegging uit België, was er sprake van een stuk of tien groepen die goed bezig waren’, zegt hij. ‘Maar tegenwoordig wordt er in elke streek in het Nederlands gerapt. En zo moet het: terwijl alternatieve hiphop in het algemeen op apegapen ligt, werkt rappen in je eigen taal of dialect vernieuwend: elke grammatica, elke tongval vergt een specifieke flow.’
‘Antwaarpe is de stad, de rest is de parking’, lees je op de Myspace-pagina van St-Andries. Het typeert de Vlaamse mentaliteit die meer relativeert dan shockeert. ‘Belgen overleven op compromissen’, zegt Koen ‘Prev’ Verbrugge van de collectieven Verdikt en Rijmtechniekers. ‘Ze willen niet zozeer een mening in je gezicht smijten, ze brengen het subtieler aan. Maar ook hier geldt het basisprincipe van de hiphop: eigenheid creëren.’ ‘Als rapper ben je je eigen superheld, duivel en advocaat. Wie of wat je ook bent, je mag het pimpen. Als je compromissen maakt tegen je eigen integriteit – inhoudelijk of muzikaal – dan ben je frauduleus. Hiphop is de kleinkunst van vandaag, geüpdatet met een dikke groove en flink wat attitude.’ Op de website van het platenlabel Show-Arma, in 2007 opgericht door de Mechelse rapper Pita (ex-ABN), klinkt dat zo: ‘We zijn een platform voor hedendaagse artiesten met een lokaal verhaal, voortrekkers van moderne Vlaamse muziek. Ons land is niet homogeen en is dat ook nooit geweest. Op ons label is plaats voor diversiteit. We geven authentieke artiesten van eigen bodem een podium en bieden zo een modern perspectief op onze maatschappij met haar (multi)culturele identiteit.’
Monsterverbond
‘Jonge gasten moeten vooral een grote bek opzetten’, zegt Too Tuff. ‘Geld verdien je er toch niet mee. Dus is het een kwestie van indruk te maken op je maten. Hiphop is rock-‘n-roll en per definitie controversieel. “Dewinter dood!” Maar natuurlijk! Waarover moeten die kerels anders rappen: over Brussel-Halle-Vilvoorde?’ De aandacht is in elk geval getrokken. Prev betreurt alleen dat The Cicatris het in hun omstreden Filip Dewinter-lied doen met een matige tekst die ook muzikaal weinig voorstelt. ‘Dit is wat jongeren doen tegenwoordig: met de vrienden achter de pc heb je snel een nummertje. Rappers met weinig ervaring vallen al snel terug op bluffen. Terwijl Verdikt en de Rijmtechniekers, of rappers als Meta en Mellow P, al relevante teksten schreven met gefundeerde maatschappijkritiek.’ ‘Voor de verkiezingen hebben we daarrond nog een persbericht verstuurd, maar we werden genegeerd. En nu krijgt deze onbeholpen invulling van “hiphop met een boodschap” veel meer impact dan de makers ervan ooit hadden kunnen vermoeden – of verdienen, op basis van de kwaliteit.’ Het collectief Verdikt – dat zichzelf een ‘monsterverbond’ noemt – rekruteert uit vijf provincies met Scale (Antwerpen), Wim en DJ Skipp (Leuven), Prevster (Gent), Nupster (Genk) en Xspans (Kortrijk). Zij staan volgens Prev voor kwalitatieve rap. ‘Je kan dat beoordelen op twee punten: delivery en songwriting. De delivery is een combinatie van intonatie, ritmiek en het timbre van je stem. Het is een kruising van acteren en zingen. En een sterke songwriter betrekt de luisteraar in zijn verhaal met inzichten, punchlines en woordspelingen. Maar ook door ritmische stijlfiguren als alliteraties, assonanties, pauzes, rijmschema’s en accenten. Een goede songwriter smeedt dat alles tot een geheel dat spontaan en oprecht klinkt.’
Te braaf?
Hoe geslaagd sommige composities ook zijn, toch hoor je ze zelden op radio of tv. ‘We worden stiefmoederlijk behandeld; de media weten nog steeds niet goed hoe ermee om te gaan, maar ze kunnen ons ook niet negeren’, zegt Prev. ‘Dat creëert een situatie van misinterpretaties en foute inschattingen, puur op basis van onwetendheid en desinteresse.’ Rappers cultiveren ook zelf hun isolement, volgens Too Tuff. ‘Op Studio Brussel hoor je echt wel meer urban en hiphop dan vroeger, maar velen willen niet liever dan een subcultuur blijven, zodat ze kunnen schieten op de “commerciële rommel” die wel geaccepteerd wordt.’ Toen 2000 Wat in het nummer ‘Gaan’ uitpakte met de sneer ‘mij ziede nie op Donna, rappe voor de bomma’, voelde Pita, die in 2006 een hit had met ‘Zomer’, zich aangesproken en reageerde hij met ‘Introheid’. Maar zelfs als Vlaamse rappers hun rivaliteit beslechten in een diss-track, blijft het doorgaans beschaafd. Zijn ze misschien te braaf? ‘Er is meer dan een reden waarom het hier al tien jaar niet echt van de grond komt’, zegt Peter Herrel, beter bekend als de Gentse rapper Mellow P. ‘Verschillende regio’s dissen elkaar, de media pikken liever een gimmick op dan een diepgaand nummer, onze verbale cultuur is niet zo direct als bijvoorbeeld de Nederlandse en we zijn een beetje het slachtoffer van de clichés die uit de VS overwaaien – rappers zijn stoer en dwepen met geld en seks. Maar we moeten niet het slachtoffer uithangen – er is nog werk aan de winkel: het entertainmentgehalte van de shows mag gerust de hoogte in en onze sound moet professioneler worden. Pas dan kunnen we een doorbraak forceren.’
De Vlaamse hiphopgeschiedenis in vogelvlucht
Koen ‘Prev’ Verbrugge, lid van twee groepen en coördinator van het forum Wasteland Magazine, hopt voor ons even door de landelijke hiphophistorie: ‘Het is nu tien jaar geleden dat Vlaamse rap voor het eerst in de muziekwinkels belandde (‘Moa ven toh!’ van Will Tura niet meegerekend) dankzij crews als ABN, KIA en ‘t Hof Van Commerce. De toenmalige Frithophype werd ondersteund door labels als Djax (NL), Mental (B) en Kinky Star (B).’ ‘St-Andries MC’s, Phillibustas, Freestyle Fabrik en De Nihilisten bouwden verder op het elan van relativerende humor, zelfbewustzijn en maatschappijkritiek. Ze waren muzikaal sterk, maar werden enigszins overschaduwd door de voorafgaande hype – de eerste stroom met rap in het Vlaams was immers iets nieuws geweest. In hiphop werd niet makkelijk geïnvesteerd, terwijl het circuit van vinylzaken verdween. Hiphop viel terug op live-events en internet.’ ‘Starflam bleef jarenlang de belangrijkste Belgische hiphopact, terwijl Vlaamse acts hun regio moeilijk overstegen. Artiesten organiseerden zich, weg van bestaande circuits. De generatie van gisteren onderging een professionalisering en trok de nieuwe generatie mee.’ ‘In 2008 zagen we een reeks debuutalbums in eigen beheer of op labels als Show-Arma (Mechelen), MevsEye (Brugge), Eigen Makelij (Antwerpen), Citywurl (Brussel), 9000sessies en Mental (Gent). Het nieuwe geluid vind je op internet en in De hop (Studio Brussel).’ ‘Binnen België mogen we trots zijn op onze dj’s, breakers, graffers, beatboxers en rappers. Naast goede muzikale resultaten en internationaal aanzien zijn ze veelal een voorbeeld voor de jeugd. Dat gebeurt zowel spontaan via de lokale scene als via sociaal-culturele projecten van steden, provincies en vzw’s.’
Op myspace.com/nooitmonddood vind je enkele nummers rond politiek: ‘Met een boodschap’ van Rijmtechniekers’, ‘In het hol van de leeuw’ van Mellow P, ‘Zinloos geweld van Verdikt, ‘Extreem Vooruit’ van Gevallen Engelen. Op Vlaamserap.be en Wastelandmagazine.com kan je de scene goed opvolgen.
© Johan Faes / De Standaard / Corelio (2008)